De algemene regeling van outplacement (ongeacht de leeftijd) die naast de reeds vroeger bestaande regeling voor de 45-plussers (dat de bijzondere regeling is geworden) van toepassing is, geldt voor werkgevers uit de privé als de publieke sector, op voorwaarde dat de werknemer:
- ontslaan is vanaf 1 januari 2014,
- niet werd ontslaan om een dringende reden
- en recht heeft op een opzeggingstermijn van minstens 30 weken of op een daarmee corresponderende opzeggingsvergoeding.
Als de werknemer alle voorwaarden vervult, dan is de werkgever ertoe gehouden om een outplacementbegeleiding aan te bieden.
Inhoud van het outplacement aanbod
Hier moet een onderscheid worden gemaakt naargelang de werknemer ontslagen werd met een opzeggingstermijn dan wel met een opzeggingsvergoeding.
Het ontslag door middel van een opzeggingstermijn kan twee vormen aannemen: prestaties of vrijstelling van prestaties. In de twee gevallen ontvangt de werknemer zijn loon op het einde van elke betaalperiode en is de arbeidsovereenkomst slechts beëindigd na het einde van de opzeggingstermijn.
Het ontslag met een opzeggingsvergoeding (verbreking) houdt een onmiddellijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst in en de onmiddellijke en volledige betaling van de opzeggingsvergoeding.
Werknemer ontslagen met een opzeggingstermijn |
Werknemer ontslagen met een opzeggingsvergoeding |
De ontslagen werknemer krijgt 60 uren outplacementbegeleiding die worden aangerekend op het betaald sollicitatieverlof. |
De ontslagen werknemer krijgt 60 uren outplacementbegeleiding ter waarde van 1/12 van het bruto jaarloon van het kalenderjaar dat het ontslag voorafgaat (dat wil zeggen het loon en de voordelen verworven krachtens de arbeidsovereenkomst waarop de werknemer recht heeft ten laste van zijn werkgever op 31 december van het jaar dat het ontslag voorafgaat), met een minimumwaarde van 1.800€ (excl. B.T.W) en een maximumwaarde van 5.500€ (excl. B.T.W.). Deze minima en maxima worden geproratiseerd ingeval van deeltijdse tewerkstelling. |