De FOD Financiën publiceerde op 13 april 2017 op www.fisconet.be de circulaire 2017/C/21 betreffende aandelenopties toegekend aan zaakvoerders van managementvennootschappen. Ze geeft toelichting bij de waardering van het voordeel uit de toekenning van aandelenopties aan de zaakvoerder van een managementvennootschap door de vennootschap waaraan de managementprestaties worden geleverd.
Het belastingstelsel van de aandelenopties (1) legt de principes vast met betrekking tot het voordeel van alle aard verkregen uit hoofde of naar aanleiding van de beroepswerkzaamheid van de begunstigde natuurlijke persoon, onder de vorm van al dan niet kosteloze toekenning van aandelenopties.
(1) Art. 41 – 47 van de wet van 26.03.1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen (hierna: de wet van 26.03.1999).
Voor niet-beursgenoteerde opties stelt dat belastingstelsel het belastbaar voordeel forfaitair vast op een percentage van de waarde van het onderliggende aandeel (2). Onder welbepaalde voorwaarden (3) is evenwel een halvering van het principieel belastbaar voordeel mogelijk.
(2) Art. 43, § 3 van de wet van 26.03.1999.
(3) Art. 43, § 6 van de wet van 26.03.1999.
Een van die voorwaarden stelt concreet dat de optie betrekking moet hebben op 'aandelen van de vennootschap ten behoeve van wie de beroepswerkzaamheid wordt uitgeoefend of op aandelen van een andere vennootschap die een rechtstreekse of onrechtstreekse deelneming heeft in de eerst genoemde vennootschap als bedoeld in het koninklijk besluit van 08.10.1976 met betrekking tot de jaarrekening van de ondernemingen.' (4)
(4) Art. 43, § 6, 4° van de wet van 26.03.1999.